Waarom een patroon veranderen lastig is – en hoe het wel lukt

Op de terugweg in de auto was ik opeens misselijk.

De avond ervoor was mijn paard ziek geworden. Volgens de dierenarts had ze vijftig procent kans om het te redden. We moesten afwachten tot de volgende ochtend. Als ze er in de ochtend goed bijstond, was het gevaar geweken. Ik kan je vertellen: dat was een spannende avond en nacht.

Tot laat in de avond ben ik bij haar gebleven en vroeg in de ochtend was ik weer op stal. Wat voelde ik mij blij toen ik zag dat ze weer vrolijk was. De dierenarts zei dat ze door het oog van de naald is gekropen.

Waarom was ik dan ineens misselijk? Mijn paard had het tenslotte gered. Ik heb een paar keer diep ademgehaald en de misselijkheid ebde weg. Achteraf was het zuchten van opluchting.

Op dat moment moest ik wel grinniken. Daar was ie weer, een voor mij bekend ‘overleef’ patroon: Ik had krampachtig mijn adem ingehouden – zonder dat ik me ervan bewust was.

Misschien herken jij het ook? Dat je opeens misselijk bent, of zo’n spanning in je buik hebt, dat het lijkt alsof je een strakke band hebt om je middenrif?

In dit blog laat ik je zien waarom het moeilijk is om dit soort onbewuste patronen te veranderen. En ik laat je zien dat het voor jou niet zo hoeft te blijven.

Waarom is een patroon lastig te veranderen in je eentje?

Stel dat je met je hoofd beslist: het moet anders. Je leest van alles over je probleem en je  weet de stappen die je moet nemen om ervan af te komen. Je oefent als een gek – en met kleine moeizame stapjes merk je toch wat verschil. Maar nooit helemaal. Er hoeft maar iets te gebeuren en je vervalt weer in het oude.

Logisch. Dat is zo’n oud en uitgesleten paadje, dat je er direct weer invalt. Een gewoonte-patroon of beter gezegd: een overleefpatroon. Je voelt het niet en je ziet het niet. En ineens heb je weer die paniekaanval of hyperventilatie. Ben je misselijk of heb je spanning in je buik.

Vaak hebben we een ander nodig om een overleefpatroon voelbaar te maken. En daardoor zichtbaar. Pas als je je overleefpatroon ziet, kun je dat veranderen. En transformeren naar een nieuw gezonder gewoonte-patroon. Wil je weten hoe zo’n gewoonte-patroon bij je ontstaat. Hier ontdek je er meer over.

Vertellen is anders dan zelf voelen en ervaren

Het mooie is; je lichaam laat veel van je overleefpatronen zien. Met wat hulp kun je hiervan bewust worden en voelen wat zo’n overleefpatroon met je doet. Net als met leren fietsen, heb je eerst hulp van je ouders nodig. Totdat je je balans hebt gevonden en je voortaan zelf fietst. Iemand kan je wel vertellen waar je balans zit. Maar zolang je die balans niet zelf voelt, val je met fiets en al om.

Je leert het steeds gemakkelijker toepassen

Ook als je bewust bent van bijvoorbeeld je ademhalingspatroon, kan het zomaar gebeuren: je houdt je adem in.

Mij overkwam dit laatst ook. Ik schreef aan het begin over mijn zieke paard. Op de terugweg in de auto was ik opeens misselijk. Ik had mijn adem ingehouden, wachtend op de afloop. Gelukkig kon ik opgelucht ademhalen: ze heeft het gered 😊

Ook al ben ik mij over het algemeen bewust van mijn ademhaling: als het heel spannend is, overvalt het me soms toch. Adem gaat over voelen en ervaren. ‘Stoppen’ met ademen gaat over – niet voelen. Gebeurt dit vaak en langdurig, bijvoorbeeld in stressvolle periodes. Dan wordt het een ‘overleef’ patroon. Tegelijkertijd is het ook een beschermingshulpmiddel om niet overweldigd te worden.

Heb je angst, paniekaanvallen of mega stress, grote kans dat je weinig ademruimte hebt. En het niet door hebt. Dat is niet erg.

Je patroon veranderen

Het fijne is dat je lichaam het vanzelf aangeeft. Dat je bijvoorbeeld weinig ademruimte hebt. En als je naar je lichaam leert luisteren, kun je ook weer ademruimte creëren.

Dat vermogen kun je ontwikkelen. Voelen en ervaren in je lijf en daardoor herkennen van overleefpatronen. Misschien val je in een spannende situatie terug in een ademhalingspatroon met weinig adem. Het verschil is: je herkent het. En zodra je het herkent, kun je zorgen voor meer ademruimte. Hoe vaker je dit doet, hoe meer en meer iets een gewoonte-patroon wordt.

Meer ademruimte levert meer van het goede op

Je gaat ontdekken dat dit niet alleen effect heeft op je ademhaling. Maar ook op hoe je je voelt:

  • meer ontspannen
  • meer energie
  • blijer
  • vrijer
  • beter in je vel

Samengevat:

Meer ademruimte zorgt ervoor dat:

Je minder afhankelijk wordt van de omstandigheden om je heen.

Hoe is jouw ademhalingspatroon?

Dit is bedoeld als een nieuwsgierig onderzoek. Je hoeft alleen te voelen hoe je adem nu is.

  • Ga met je aandacht naar je ademhaling.

Het mag moeiteloos, je hoeft er niet heel hard je best voor te doen.

Je hoeft ook niets te veranderen – alleen maar voelen

  • Waar voel je de meeste adem: in je borst- of buikgebied?
  • Waar voel je de minste adem: in je borst- of buikgebied?
  • Hoe is je ademhaling op dit moment: oppervlakkig, vol, diep, snel, rustig, ingehouden of valt je wat anders op?

Schrijf je bevindingen op en doe dit onderzoekje op verschillende momenten. Lees dan na een aantal keren terug. Wat valt je op?